
Jurisprudentie
AZ3024
Datum uitspraak2006-10-18
Datum gepubliceerd2006-11-27
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers301364 EJ VERZ 06-974
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2006-11-27
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers301364 EJ VERZ 06-974
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Verzoek toekenning nasalaris afgewezen.
Uitspraak
RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak
olnummer: 301364 EJ VERZ 06-974
beschikking d.d. 18 oktober 2006
Beschikking in de zaak van:
[verzoekster],
gevestigd te Groningen,
verzoekende partij,
gemachtigde Bureau Mercuur, gevestigd te Groningen,
tegen
[verweerder],
[adres],
verwerende partij,
niet in rechte verschenen.
O V E R W E G I N G E N
De kantonrechter overweegt en beslist naar aanleiding van het verzoekschrift als volgt.
1. Het verzoek, binnengekomen ter griffie op 18 mei 2006, strekt tot het uitvaardigen van een bevelschrift tegen verweerder tot een bedrag van € 50,00 wegens nasalaris gemachtigde. Verzoekende partij legt daaraan ten grondslag dat de gemachtigde na het vonnis diverse werkzaamheden heeft verricht, zoals het examineren van het ontvangen vonnis, het mededelen en bespreken van de uitspraak door de gemachtigde met verzoekende partij, het aanschrijven van verweerder tot voldoening van het verschuldigde en de voorbereiding van de betekening en de executie.
2. Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend en is niet op de vastgestelde zitting verschenen.
3. Naar het oordeel van de kantonrechter ziet de regeling van artikel 237, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) op proceskosten, die ten tijde van vonniswijzing niet konden worden begroot. Werkzaamheden ter incasso buiten de procedure, zowel die voorafgaan aan de procedure als die daarop volgen, vallen niet binnen het bereik van artikel 237, vierde lid Rv. Dat betekent dat besprekingen en correspondentie met de debiteur ter afwikkeling van de vordering onder het incassotarief vallen en niet onder de proceskosten.
4. Blijven over de overige werkzaamheden als door verzoekende partij omschreven in het verzoekschrift. Nog afgezien van de vraag of deze werkzaamheden onder proceskosten kunnen worden gebracht, betreft het hier, mede gelet op de in algemene bewoordingen gestelde werkzaamheden, niet een zozeer reële of noemenswaardige dienst dat deze als factor voor nakosten kan worden begroot. In de hedendaagse incassopraktijk is immers een verregaande mate van standaardisering en automatisering bereikt. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.
B E S L I S S I N G
De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.R. van Baak-Klijnsma, kantonrechter, en op
18 oktober 2006 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: IW
coll:

